Carole en haar broer vormen de vierde generatie van een familiebedrijf dat sinds 2015 zuivelproducten verkoopt. Ze zijn er trots op dat hun waarden de sleutel tot deze continuïteit vormen. “Dit is geen fabriek, maar een boerderij waar we samen met onze dieren opgroeien. We produceren alleen wat we zelf aankunnen en hanteren een eerlijke prijs voor ons werk. Ik denk dat als de Europese Unie echt naar jonge boeren luistert, ze zullen inzien dat wij vechten om authentieke, lokale producten van hoge kwaliteit aan te bieden.”
Boerderij du Scoumont in de Belgische provincie Henegouwen, gaat in tegen de verontrustende trends binnen het Europese landbouwlandschap. In de afgelopen 15 jaar is het aantal industriële boerderijen verdubbeld, terwijl het aantal kleine boerderijen met 44% is gedaald. Toch bewijst de familieboerderij van Carole het tegendeel: een lokale, op familie gebaseerde en duurzame toekomst is wél mogelijk.
“En wij zijn geen uitzondering,” zegt Carole. “In onze omgeving zijn er veel jonge dertigers zoals wij die de familieboerderijen overnemen. Wat ons drijft is pure passie en dat brengt ons altijd tot het uiterste!”
Diezelfde passie bracht Carole en haar broer terug naar het familiebedrijf, zelfs toen ze nog studeerden.
“We beseften hoe dierbaar het contact met de natuur en de dieren voor ons was. Al snel voelden we dat kleine gemis en dachten: eigenlijk is de boerderij precies wat me ’s ochtends doet opstaan!”

Europese voedselsoevereiniteit
Carole geeft toe dat ze in het begin twijfelde om de boerderij over te nemen. Maar die onzekerheid verdween snel toen ze besefte dat ze bijdroeg aan voedselsoevereiniteit door waarde toe te voegen aan de Belgische productie. “Onze melk is van topkwaliteit, ons vlees is uitstekend – we hoeven niet elders te zoeken,” zegt Carole. Ze benadrukt daarnaast de andere voordelen van lokale productie, zoals het stimuleren van de nationale economie en het verkleinen van de ecologische voetafdruk.
“Pas als we stoppen met importeren uit alle hoeken van de wereld, zullen we echt een verschil maken.”

Zoals Carole uitlegt, toont de situatie in België met betrekking tot zuivelproducten de incoherentie van het huidige voedselsysteem: “Veel van de melk die in België wordt geproduceerd, wordt geëxporteerd, voornamelijk als melkpoeder, omdat we teveel hebben. Maar in de winkels vind je helaas melk die uit andere landen komt.”

Carole’s melkveebedrijf fokt Montbéliarde koeien
Een anekdote die Carole vertelt, illustreert heel goed de kern van het probleem. De familieboerderij maakt deel uit van een landbouwcoöperatie om enkele van hun producten door te verkopen. Op een dag kwam een grote supermarkt naar de coöperatie om een prijs voor te stellen. Ze probeerden de prijs zo ver mogelijk omlaag te krijgen, totdat de boer er bijna niets meer aan overhield… De coöperatie weigerde deze onwaardige behandeling van de producenten, maar de grote supermarkt had geen enkele scrupules om elders te kijken, in een ander land, “in plaats van gewoon het Belgische melk te gebruiken, dat gewoon voor hun deur lag.”
“Lokaal betekent beter, en tegen de eerlijke prijs. Het is de prijs die wij bepalen voor ons werk, en we hebben geen grote marges nodig,” zegt Carole.
Toch is ze zich ervan bewust dat België zijn eigen beperkingen heeft op het gebied van productie en pleit voor Europese samenwerking: “We kunnen uitbreiden met Frankrijk, met Duitsland, het is een grootschalige gezamenlijke inspanning, maar het zou in ieder geval binnen Europa blijven.”
De echte uitdaging ligt op institutioneel niveau, aangezien alle regeringen het eens moeten worden over het type boeren en het voedselsysteem dat ze willen verdedigen. “Ik denk dat als de Europese Unie naar jonge boeren luistert, ze zich zal realiseren dat we vechten om heel goede lokale producten aan te bieden,” vervolgt Carole, die ook een boodschap heeft voor de gemeenten: “We vragen geen subsidies, maar wel meer essentiële dingen, zoals nadenken over de tractors wanneer ze de wegen vernieuwen, of stoppen met de onteigeningen, want zonder land kunnen we ook niet meer produceren.”

Carole, 24 jaar, en haar broer, 30 jaar, breken ook met de tweede Europese trend, volgens welke slechts 11% van de boerderijen wordt gerund door mensen onder de 40 jaar. “Sinds ik een klein meisje was, stond ik samen met mijn moeder achter de toonbank om klanten te bedienen; ik heb de klanten zien komen, en zij hebben me zien opgroeien,” herinnert Carole zich ontroerd. Als je naar haar verhaal luistert, kun je je goed voorstellen dat de producenten die deel uitmaken van de generatiewissel een gevoel van dankbaarheid en betrokkenheid voelen, een band die niet alleen met het erfgoed is verbonden, maar ook met een resolute blik op de toekomst.
Dank aan Carole en haar familie voor het ontvangen van ons en voor de hoop die ze ons geven!

Foto’s en interview door Stéphane Gartner.
Comments