Het is hoog tijd voor een opsporingsbericht: de biodiversiteit verdwijnt! Geen nieuws, helaas, tussen de vernietiging van natuurlijke habitats, vervuiling, tonnen pesticiden en de opwarming van de aarde zijn de gevolgen al duidelijk zichtbaar. Toch mogen we ons niet laten overspoelen door een gevoel van machteloosheid. Daarom: een paar tips om op kleine schaal in actie te komen!
Je weet waarschijnlijk al dat ons dagelijks leven en onze toekomst afhankelijk zijn van biodiversiteit — en dat je die dus wilt beschermen. Biodiversiteit is wandelen door je buurt terwijl je luistert naar het gezang van vogels. Het is een wens doen als een lieveheersbeestje op je landt. Het is lezen in je tuin, die in de lente naar bloemen geurt.
Door het leven om ons heen te willen behouden, proberen we misschien vooral die kleine momenten van geluk te bewaren. Gelukkig zijn er genoeg eenvoudige dingen die jij zelf kunt doen!
Het gazon dat wilde tjirpen
Er groeit gras in je tuin en op zondag haal je de grasmaaier tevoorschijn. Je gazon is het er echter niet mee eens en geeft in een wanhoopsdaad die kenmerkende geur van gemaaid gras af. Gras is kwetsbaarder na het maaien en zendt een chemisch signaal uit. Het stoot aanvallende organismen af en roept bepaalde insecten op om het te beschermen. Nu je gras niet meer op dezelfde manier ziet, laten we samen ons denkbeeldige perfecte gazon opnieuw opbouwen.

Natuurlijk kunnen gazons voor golfbanen of voetbalvelden er ‘netjes’ en goed onderhouden uitzien, maar de natuur is van zichzelf al mooi, zonder dat alles strak moet worden geschoren als een militair kapsel. Strakke gazons zijn om vele redenen de vijand van biodiversiteit.
Ten eerste zijn ze een monocultuur, bestaande uit slechts één soort gras, dat groeit op arme, verdichte grond. Bovendien is dit type maaien het tegenovergestelde van natuurlijk beheer, omdat het planten verhindert om zich voort te planten via bestuivers.
Tot slot vernietigt regelmatig maaien de natuurlijke habitat van insecten en andere kleine dieren, zoals slakken. Zonder leefomgeving verdwijnen ze onvermijdelijk, met directe gevolgen voor vogels, die zich niet langer met hen kunnen voeden.
Je gazon níét maaien is allang geen teken van luiheid meer, maar een bewuste, milieuvriendelijke keuze. De voordelen van een natuurlijker aanpak zijn al snel zichtbaar: je tuin verandert in een levendig toevluchtsoord voor flora en fauna.
Klavers, madeliefjes en paardenbloemen zullen spontaan verschijnen en je grond verfraaien met het uitzicht van een idyllische weide. Het goede nieuws? Met de terugkeer van bestuivers komt je groene ruimte tot leven en voilà, de cirkel is rond.
De kers op de taart: dit soort gazon maakt je bodem veerkrachtiger én zorgt voor sterker, gezonder gras. Op naar een zomer zonder dor, strootje-achtig gras!

Als je om welke reden dan ook je gazon wilt inkorten, zijn dit een paar dingen die je moet weten: Maai bij voorkeur niet in de lente, en kies voor gedifferentieerd maaien. De lente is namelijk hét bloeiseizoen en cruciaal voor zowel de levenscyclus van planten, als voor de activiteit van bestuivers.
Als je toch gaat maaien, stel dan de maaihoogte zo hoog mogelijk in: bij voorkeur tussen de 5 en 10 centimeter. Maai ook niet het hele gazon; laat altijd een stuk ongemaaid terrein over, zodat insecten daar kunnen schuilen en overleven.
Heb je een groter oppervlak te maaien? Begin dan in het midden en werk naar buiten toe. Zo geef je insecten de kans om te ontsnappen, in plaats van opgesloten te raken.
Gooi het gemaaide gras niet weg: gebruik het als mulch of voeg het toe aan je composthoop en zo blijft alles in je tuin circuleren.
Het veen dat onze tuinaarde kost
Je balkon ziet er een beetje dof uit, dus besluit je er wat kleur aan toe te voegen door bloemen te planten. Je gaat naar de winkel en koopt onschuldig een zak potgrond. Het hoofdingrediënt: veen. Wat is dat? Je weet het misschien niet, maar veengebieden kilometers ver van je balkon worden waarschijnlijk vernietigd om deze zak te vullen. Geen paniek, er zijn alternatieven!

Veen is een fossiel plantenmateriaal afkomstig uit veengebieden — natte natuurgebieden die van groot belang zijn voor biodiversiteit én klimaat. Ze werken als natuurlijke sponzen: veenmossen (zoals het bekende veenmos) slaan regenwater op en geven het langzaam vrij tijdens droge periodes. Veengebieden slaan ook enorme hoeveelheden koolstof op, wat helpt om de opwarming van de aarde tegen te gaan.
Daarnaast zijn ze leefgebied voor talloze soorten. Amfibieën gebruiken ze als kraamkamer, vogels broeden er, libellen zweven er rond, en zeldzame planten bloeien er volop. Kortom: veengebieden zijn onvervangbare hotspots van leven.
Toch gebruiken de meeste conventionele potgronden veen — met als gevolg dat deze ecosystemen stelselmatig worden afgegraven. Volgens het Franse Bureau voor Biodiversiteit komt het grootste deel van het veen in potgrond uit de Baltische landen, Finland en Duitsland. De winning stoot niet alleen veel broeikasgassen uit, maar veen is ook extreem traaggroeiend: het duurt meer dan 100 jaar om slechts 2 tot 10 centimeter te vormen.
Kortom: lees altijd het etiket van je potgrond. Kies voor veenvrije alternatieven; goed voor je tuin én voor de natuur.

Of het nu blond of bruin is, veen blijft alomtegenwoordig in potgrond. Fabrikanten én consumenten waarderen het om zijn vele voordelen: het houdt water vast, is luchtig en makkelijk te bewerken. Toch hangt er een ecologische kost aan vast.
Gelukkig proberen steeds meer bedrijven veenvrije alternatieven te ontwikkelen. Door slimme mengsels van bijvoorbeeld coniferenschors, houtvezels en compost kunnen ze potgrond maken die net zo goed werkt — maar zónder schade aan kwetsbare natuur. Zo krijg je mooie bloemen én een schoner geweten.
Paniek in het insectenhotel
Insectenhotels zijn al jaren een rage. Parken, terrassen, tuinen; ze schieten overal om ons heen uit de grond. Goed nieuws voor insecten en biodiversiteit? Niet zo zeker: net als elk hotel heeft het een prijs, en geen kleine. De intentie is goed, maar de nadelen zijn talrijk! Gelukkig is het niet te laat als je er al een thuis hebt gebouwd, en is er nog tijd om echte toevluchtsoorden te creëren voor degenen die nog niet zijn begonnen.

Het insectenhotel doet zijn naam eer aan, want het opent zijn deuren voor een groot aantal van hen. Aanvankelijk is iedereen blij, maar de gasten raken snel gedesillusioneerd. De buurman op de tweede verdieping maakt te veel lawaai, er is een waterlek in kamer 401, en er is een moord gepleegd op de begane grond. De problemen stapelen zich op, en al snel wordt duidelijk dat 80% van de kamers ongebruikt is. Het hotel is gedoemd failliet te gaan. Laten we de oorzaken onderzoeken…
Ten eerste is de algehele effectiviteit vrij laag: insectenhotels nemen veel ruimte in beslag, terwijl het grootste deel van deze ruimte ongebruikt blijft. Daarbij komt nog de lage diversiteit binnen het etablissement. Sommige soorten concurreren namelijk met elkaar en vertonen territoriaal gedrag. Agressieve soorten dreigen de ruimte te monopoliseren, waardoor anderen geen toegang krijgen.
Hoe zit het met roofdieren? Deze hotels kunnen een maaltijd met voorgerecht, hoofdgerecht en dessert worden voor onze harige vrienden of vogels. Deze krioelende concentratie kan een gemakkelijke voedselbron zijn, en het risico dat insectenpopulaties in één keer worden gedecimeerd is groter. Een ander probleem dat de biodiversiteit binnen enkele seconden kan vernietigen: slecht weer. Aangezien de constructie fragiel is, kan een windvlaag of zware regen de dood betekenen voor deze insecten, die geen woonverzekering hebben!
Bovendien kan het bevorderen van de concentratie van deze kleine wezens in een beperkte ruimte het risico op verspreiding van ziekten en parasieten vergroten. Het hele ecosysteem loopt dan gevaar, aangezien deze parasieten zich gemakkelijk van het ene insect naar het andere kunnen verplaatsen. De sterfte wordt dan erg hoog vergeleken met die van insecten die in hun natuurlijke omgeving leven.

Er zijn echter oplossingen als je schuilplaatsen voor insecten wilt creëren. Ze kunnen als volgt worden samengevat: nee tegen hotels, ja tegen op maat gemaakte hutten! Waarom? Omdat elke insectensoort verschillende behoeften heeft en in alle rust wil leven. Denk na over de plaatsing van elke hut, zodat deze veilig is voor roofdieren, op een hoogte die de voorkeur heeft van de insecten die je wilt huisvesten, en vermijd mierenhopen of het ophangen aan bomen. Hier zijn enkele ideeën voor het begin van je grote carrière als architect.
- De hut voor solitaire bijen: Maak in één of meerdere boomstammen gaten van verschillende groottes (tussen 3 en 10 millimeter), en boor minstens 10 centimeter diep. Beschermd tegen de regen, zal dit toevluchtsoord Maja de bij in alle rust eieren laten leggen.
- De hut voor lieveheersbeestjes: Dit mooie lieveheersbeestje lijkt op de roos van de Kleine Prins en moet beschermd worden tegen regen, wind en kou. Kies een doos met een stevig dak, waar je bijvoorbeeld stro en dennenappels in kunt leggen. Creëer ook horizontale ingang spleten.
- De spinnenhut: Verzamel gebroken tegels of een stapel dood hout voor Gypsie’s plezier.
Weet jij hoe je in onze stijl moet planten?
Dit is misschien een impopulaire bewering: het is in ons eigen belang om inheemse planten te verkiezen boven exotische. Het is waar dat planten uit verre landen een zekere charme hebben, maar niet in de ogen van biodiversiteit, die ze vreest.

Exotische soorten lijken op het eerste gezicht onschuldig of zelfs aantrekkelijk. Toch kunnen ze een serieuze bedreiging vormen voor lokale ecosystemen. Volgens een rapport van het IPBES behoren invasieve soorten tot de belangrijkste oorzaken van de massale uitsterving die we vandaag waarnemen. Denk aan de Aziatische hoornaar, maar ook aan bepaalde bomen en planten die de groei van andere soorten belemmeren, bijvoorbeeld door het licht volledig weg te nemen.
Maar waarom zijn exotische soorten zo problematisch buiten hun oorspronkelijke leefgebied? Het antwoord is eenvoudig: in hun natuurlijke omgeving worden ze in toom gehouden door roofdieren, ziekten en concurrentie. Deze ecologische remmen voorkomen dat ze zich explosief vermenigvuldigen.
Wanneer ze in een nieuw gebied terechtkomen, verdwijnen veel van deze beperkingen. Ze worden niet gegeten, blijven vaak gezond, en concurreren gemakkelijk lokale soorten weg. Natuurlijk kunnen ze ook elders met nieuwe vijanden te maken krijgen, maar lokale ziekten zijn niet aangepast aan hun biologie, en inheemse dieren zijn zelden geneigd om aan onbekende planten te knabbelen. Daardoor krijgen exoten vaak vrij spel met alle gevolgen van dien.

Als je al bent bezweken voor de charmes van een van deze planten, is dat waarschijnlijk geen probleem, aangezien onder exotische soorten het aandeel van degenen die invasief worden laag blijft. Dat gezegd hebbende, is het nog steeds de voorkeur om inheemse en lokale planten te bevoordelen bij het tuinieren. Deze planten zijn beter aangepast aan de omgeving en het klimaat en vereisen daarom minder onderhoud en water. Dit helpt ook de wilde dieren in je omgeving te ondersteunen, aangezien deze planten zowel als voedselbron voor sommigen als als toevluchtsoord voor andere endemische dieren fungeren. Ten slotte, door inheemse planten te kiezen, ondersteun je direct bestuivende insecten die ze gemakkelijk herkennen! Een laatste advies voordat je begint: zelfs als het een lokale plant is, controleer het etiket op de herkomst, er kunnen soms verrassingen zijn.
“Dit is geen Versailles!”
Ecologie is geen straf, maar een visie op de lange termijn: wat gebeurt er met onze wereld als we vandaag niets veranderen? In veel gevallen levert ecologisch gedrag ook directe voordelen op. Vooral wanneer ecologie en economie elkaar versterken. In Frankrijk is er een bekend gezegde: “Dit is geen Versailles!” – vaak geroepen wanneer iemand vergeet het licht uit te doen, verwijzend naar het luxueuze paleis vol lampen en kroonluchters. Zonder het te beseffen, beschermen mensen die wél consequent het licht uitschakelen ook de biodiversiteit.

Evolutie van lichtvervuiling in Europa tussen 1992 en 2010 volgens satellietbeelden van de Europese Ruimtevaartorganisatie
De massale achteruitgang van insectenpopulaties wordt vooral veroorzaakt door pesticiden, maar lichtvervuiling speelt ook een aanzienlijke rol. Kunstmatige verlichting verstoort het gedrag en het bioritme van insecten, en van andere dieren. Sommige soorten, zoals trekvogels, gebruiken de maan en sterren om zich te oriënteren, maar raken door stadslichten gedesoriënteerd. Nachtelijke verlichting jaagt ook dieren weg en dwingt hen zich te vestigen in steeds kleinere, gefragmenteerde leefgebieden.
Een eenvoudig maar krachtig gebaar voor de biodiversiteit? Doe de lichten uit! Verminder buitenshuis nachtverlichting waar mogelijk. Als je toch licht nodig hebt, kies dan voor lampen met een bewegingssensor, een korte brandduur en een afscherming die naar beneden schijnt. Want, inderdaad: dit is geen Versailles.

Bewustwording: opnieuw verbinden met alles wat leeft
Vandaag herkennen de meeste mensen sneller een merklogo dan een plant uit het park om de hoek. Hoe zijn we zo vervreemd geraakt van de natuur? De eerste stap is bewustwording, zowel bij kinderen als volwassenen. Praat over biodiversiteit. Vertel grappige weetjes over soorten. Verzorg je omgeving. Door die kleine gebaren delen we een gezamenlijke wens: de natuur behouden. Want al deze acties zijn krachtig. Individueel, en vooral samen.
Comments