Nu het Mercosur-akkoord de Europese markt openstelt voor Zuid-Amerikaanse landbouwimporten, gaat het debat veel verder dan de louter economische dimensie. Onze voedselsoevereiniteit staat op het spel: Europa moet kiezen tussen een geglobaliseerd systeem met uiteenlopende normen en de opkomst van alternatieve modellen, zoals korte ketens, die een gezondere, transparantere en duurzamere voeding bevorderen.
De terugkeer van Mercosur in het Europese debat roept een fundamentele vraag op: welk landbouw- en voedselsysteem willen we voor Europa? Dit handelsakkoord zou betekenen dat de Europese markt wordt opengesteld voor Zuid-Amerikaanse landbouwproducten die voortkomen uit intensieve, vaak geïndustrialiseerde landbouw, met name in Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay.
Hoewel deze producten onder quota vallen, zijn ze vooral bestemd voor de verwerking in levensmiddelen — gehakt, vleeswaren, kant-en-klare gerechten en conserven — die ruim vertegenwoordigd zijn in supermarkten. Dit wekt bij Europese producenten grote bezorgdheid, vooral omdat de sociale, sanitaire en milieunormen in de Mercosur-landen vaak minder streng zijn dan die van de Europese Unie.
Deze opening zal niet noodzakelijkerwijs leiden tot een onmiddellijke overstroom van de Europese winkelrekken. Verschillende grote supermarktketens hebben al aangegeven de aanwezigheid van deze importen te willen beperken, uit bewustzijn voor de bescherming van de lokale landbouw en het behoud van het consumentenvertrouwen.

Het dilemma is dus niet zozeer een frontale tegenstelling tussen lokale landbouw en een industrieel model, maar eerder een evenwichtsoefening. Hoeveel ruimte willen we geven aan een geglobaliseerd agrovoedselsysteem dat steunt op enorme volumes en heterogene normen, tegenover een groeiende vraag naar voeding die transparant, gezond en milieuvriendelijk is?
De vertrouwenscrisis rond voedsel is duidelijk voelbaar. Terugkerende voedselschandalen, ondoorzichtige industriële ketens, wantrouwen tegenover geglobaliseerde processen — allemaal factoren die de behoefte versterken aan een directe band met degene die ons voedsel produceert.
In die context bieden korte ketens een echt alternatief. Ze garanderen traceerbaarheid en versheid, verminderen voedselverspilling en versterken de waarde van Europese regio’s. Door rechtstreeks in contact te komen met de producenten, herwinnen consumenten een vertrouwen dat vaak verloren is gegaan. Producenten op hun beurt halen betekenis uit deze directe relatie en kunnen hun werk beter tot waarde brengen.

Door overbodige marges en tijd tussen oogst en consumptie te verkorten, maken deze ketens een versere, voedzamere voeding mogelijk, tegen een eerlijke prijs. Tegelijkertijd zorgen ze voor voldoende inkomsten voor producenten om te investeren in meer verantwoorde productiemethoden, zoals biologische of regeneratieve landbouw, die het klimaat, de bodem en de mens respecteren. Verre van een elitair luxeproduct bewijst deze benadering dat toegankelijkheid, kwaliteit en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan.
De voedselsoevereiniteit van Europa zal in grote mate afhangen van haar vermogen om producenten te beschermen, voedselveiligheid te waarborgen en geloofwaardige alternatieven te bieden aan consumenten. Die laatsten spelen, via hun dagelijkse keuzes, een sleutelrol in de opbouw van het voedselsysteem van de toekomst.
De echte beslissing wordt niet alleen genomen in Brussel of Brasília, maar elke dag op ons bord — door landbouw te waarderen die de planeet en de mens respecteert, het platteland beschermt en een nieuwe betekenis geeft aan voedsel als een bewuste handeling.
Het is tijd om voorbij de schijndiscussies te gaan en een ambitieuze, sociale en rechtvaardige ecologische transitie in te zetten, gebaseerd op bodemherstel, biodiversiteit en de veerkracht van regio’s. Alleen zo kan Europa haar landbouw veiligstellen, haar voedselzekerheid garanderen en voldoen aan de gerechtvaardigde verwachtingen van haar burgers.
Mercosur houdt ons een spiegel voor. Willen we een geglobaliseerd, ondoorzichtig en verafgelegen voedselsysteem, of kiezen we voor een lokale, eerlijke en transparante landbouw? De toekomst van onze voedselsoevereiniteit wordt niet morgen bepaald: ze ontstaat hier en nu. Ze ontstaat uit elke keuze, elke handeling, elke samenwerking tussen producenten en consumenten. Ze ontstaat uit bewustzijn en collectieve inzet.
Juliette Simonin – Mede-oprichter van CrowdFarming
Philippe Crozet – CEO van La Ruche qui dit Oui!
Comments