Quinoa, je kan er de dag van vandaag niet meer naast kijken. De gezonde eigenschappen van het product gaven het meteen een enorme boost en vele gezondheidsgoeroes bombardeerden het tot superfood. Quinoa als ontbijt, in een salade, omgetoverd tot vegetarische burger, quinoa brood, quinoa pannenkoeken, … je kan het zo zot niet bedenken of het bestaat.
Oorspronkelijk werd quinoa enkel geteeld in de hoger geleden gebieden van Zuid-Amerika waar het de voornaamste voedingsbron was en is voor de Quechua bevolking. Maar door de massale belangstelling op de wereldmarkt dreigt de lokale bevolking, in onder andere Bolivia, zonder quinoa te vallen. Met alle dramatische gevolgen van dien.
Rond quinoa heerst vandaag de dag heel wat polemiek. Kunnen we, als markt, zo gulzig zijn ten koste van andere bevolkingsgroepen? Wat met de prijs? En onze ecologische voetafdruk dan? Die kreeg ook een serieuze klap door het graan vele duizenden kilometers te laten afleggen vooraleer het op ons bord komt.
We kunnen dus alleen maar blij zijn dat enkele Europese boeren zich snel geroepen voelden om deze plant hier te telen. Het bleek een uitdaging om u tegen te zeggen. Ons Belgisch klimaat is niet zo ideaal en dan bij uitstek het najaar dat te rap te vochtig wordt en te weinig krachtige zonnestralen geniet.
De universiteit van Wageningen in Nederland, nam de uitdaging aan en zocht gedurende 10 jaar naar rassen die sneller rijpen en dus sneller konden geoogst worden. Want door het natte Belgische klimaat worden de quinoa zaden wel rijp, maar de stengels van de plant niet. Het is dus cruciaal dat de geoogste quinoa voldoende lang kan drogen onder een warme zon. In 2015 boekten ze succes en werd ook meteen het startschot gegeven voor een eerste lokale teelt.
Op die manier kan iedereen genieten van dit topproduct, beperken we onze ecologische voetafdruk en verkorten we aanzienlijk de keten van boer tot bord. En terecht, want quinoa is uitermate voedzaam. Het is trouwens de enige cultuurplant die zo rijk is aan aminozuren. Zo vind je naast de 8 essentiële aminozuren ook nog 4 à 5 semi-essentiële aminozuren. En dat is redelijk uniek.
En laat dat nu net de reden zijn waarom Boer François Ongenaert zo verliefd werd op deze exotische plant en zijn eerste quinoa veld aanlegde in 2017 in het Oost-Vlaamse Verrebroek.
“Ik kan 2 keer per jaar oogsten, al is de eerste oogst mijn favoriet. Want in volle zomer kan de, net geoogste, quinoa 3 à 4 dagen drogen in de zon. Belangrijk is om de stapel quinoa mooi te spreiden zodat de zaadjes ook niet te warm krijgen. Want pas dan krijgen ze hun wonderlijke en unieke nootachtige smaak. Warmt de quinoa teveel op, dan worden de zaadjes bitter”, vertelt François.
Zijn visie? Zo dicht mogelijk aanleunen bij de oorspronkelijk manier van telen en zon-drogen van de Inca’s. Want ook daar zorgen ze ervoor dat de quinoa binnen het half uur na de oogst kan drogen.
Dankzij een ras dat iets later rijpt, is ook een tweede oogst mogelijk in oktober, alleen het drogen in de zon zit er niet meer in en wordt de quinoa naar een drogerij vervoerd. Een delicaat en snel proces want een te warme stapel in combinatie met de vochtige stengels zorgen snel voor een plakboel.
Maar François teelt niet zomaar. Zijn liefde voor de natuur is zo groot, dat hij rekening wil houden met alle aspecten en gevolgen van zijn teelt. Zo is hij al meer dan 25 jaar een grote aanhanger van BIO, volgens hem eerlijker en zuiverder.
“Bij BIO is het puur. Je hoeft de kleine letters niet te lezen, er zijn geen toevoegingen die je niet wenst. Want naar mijn gevoel gaat het niet ver genoeg. Ik gruwel van chemicaliën in voeding. De overheid onderzoekt wel alle chemicaliën apart, maar er is nog nooit een onderzoek geweest naar het gevolg van alles toevoegingen samen. Ik wil een zuiver, eerlijk en duurzaam product. Een manier van telen die ervoor zorgt dat je dat kan blijven doen tot in de eeuwigheid. Een proces dat geen enkel beslag legt op de toekomst van onze aarde”, vertelt François.
Sinds enkele jaren gaat François nog een stap verder en tovert hij zijn hele boerderij om naar boslandbouw. Een manier van telen gebaseerd op de savanne of de prairie. Biotopen die vaak voorkomen in de natuur en die heel veel voedsel produceren.
“De natuur heeft de neiging om te verbossen, maar rondtrekkende kuddes verhinderen dat. Het feit dat de dieren ook zorgen voor een mooie verspreiding van de zaden en de grond tegelijk ook bemesten is een extra mooie troef. “
François plant bomen en struiken midden in zijn velden. Op iedere 20 meter vind je een rij terug. Net door de gelaagdheid van de bomen en struiken en vooral van hun wortels verkrijg je een bijzonder rijke grond aan nutriënten, organisch materiaal en water. De bomen zuigen al die nutriënten op en via bladval geven ze die weer terug aan de natuur, als een mooi geschenk. Je vindt er onder andere notelaars, kerselaars, tamme kastanjes of linde bomen.
“Onkruid is nodig. Want ook dat bloeit en dan krioelt het van de insecten. Dan voel ik me goed, want anders ben je het leven kwijt en is het een dooie boel. Bij klassieke landbouw zie je geen insecten meer, simpelweg omdat er geen voeding meer is voor hen. En dat is dan weer nefast voor de biodiversiteit. Insecten zijn voor mij uitermate belangrijk! Ik oogst soms in derdes, waardoor de insecten altijd blijven leven “, vertelt François gepassioneerd verder.
De quinoa verkoopt hij nu aan grotere afnemers maar ook aan de consument, vaak via zogenaamde Community Supported Agriculture projecten. Ook bij Boeren en Boeren en de grotere lokale buurderijen vind je zijn Oost-Vlaamse quinoa.
Proef bij je volgende bezoek, dus zeker eens van de Oost-Vlaamse quinoa. Een duurzaam project, boordevol smaak en met een onmiskenbare boeiende toekomst.
Comments