Het ei. Van oudsher een basisproduct in vele keukens wereldwijd. Het heeft heel wat hongerige magen gevoed in tijden van schaarste en van overvloed. Al verwerkt in duizenden lekkernijen, met passie en ambacht bereid in keukens groot en klein. We waren zo massaal fan dat we er aan de lopende band onze favoriete koeken en sauzen mee gingen produceren. Allemaal met diezelfde lekkere eitjes.
Of is dat niet zo…? Gaat het nog steeds om een degelijk basisproduct? Of hebben we onderweg wat charme verloren?
We vrezen van wel.
De code gekraakt
We zijn onze eieren gaan categoriseren. Om beter te kunnen kiezen. Dat is de bedoeling. En het is wel duidelijk dat niemand van plek wil ruilen met een kip die eitjes uit categorie 3 legt. Verrijkte kooien zijn er bij ons nog wel, de echte legbatterijen zijn verboden. Maar in producten uit het winkelrek vinden we deze eitjes tóch nog steeds terug. Hallo internationale handel.
De vraag is of kippen uit de andere categorieën het zoveel beter hebben. Op papier althans wel. Maar in de praktijk blijkt dat de economische druk vaak toch zorgt voor wat minder fraaie taferelen. Het natuurlijke scharrelgedrag van de kippen wordt meestal zo veel mogelijk beperkt, zodat ze zo weinig mogelijk energie verbruiken. U raadt het al: zodat ze zo weinig mogelijk eten. Jawel, zodat de kosten zo laag mogelijk blijven.
Een gemiste kans! Want naast haar lekkere eitjes, heeft de kip nog veel meer te bieden.
De kippen van Brecht krijgen alle ruimte in de fruitboomgaard.
Van nut in de boomgaard
“Onze kippen lopen vrije rond in onze fruitboomgaard” vertelt Brecht Laukens van SpeckBosch in Herent. “Omdat wij zo ecologisch mogelijk proberen werken, maken wij de zwartstroken onder onze bomen niet vrij door te spuiten of te maaien. Daarbij gebruiken we namelijk ook heel wat fossiele brandstoffen. Je moet weten dat we drie volledige dagen nodig zouden hebben om onze hele boomgaard door te rijden, en dat meerdere keren per jaar aan een heel laag tempo.”
Zo ziet de grond onder de fruitbomen eruit nadat de kippen er hun werk hebben gedaan. Zo goed als alle gras en onkruid is opgepikt. Ook de onderste blaadjes van de bomen zijn weg. Gezonde omstandigheden voor deze bomen!
Hun kippen zorgen dus voor een enorme besparing op werkuren, brandstof en giftige stoffen. Brecht: “De kippen scharrelen rond en eten alles rond de boomstammen op. Ze pikken ook de onderste blaadjes van de bomen af, waardoor de bomen luchtiger blijven staan. Net zoals het geval zou zijn bij het vrijmaken van de zwartstroken. Dat is belangrijk om de vochtigheid rond de bomen te verlagen en de ziektedruk te beperken. Fruitbomen zijn namelijk erg schurftgevoelig.”
Voordeel van de mobiele stal
Ook het valfruit van de bomen eten de kippen op. En dat zorgt er op zijn beurt weer voor dat woelmuizen minder kans krijgen. Die lusten ook wel een lekker appeltje! De woelmuizen die er zich toch nog aan wagen, spelen een gevaarlijk spel. Een heel leger kippen heeft hen snel te pakken. Dat is genieten met volle teugen, zo’n proteïnerijk maaltje!
Deze kippen doen zich tegoed aan het valfruit in de boomgaard. Ze ruimen het terrein mooi op!
Brecht heeft drie mobiele kippenstallen, die hij telkens verplaatst zodat de kippen de hele boomgaard kunnen aanpakken. “Ze staan maximum twee keer per jaar op hetzelfde stuk grond. Door het regelmatige verplaatsen houden wij de ziektestress bij onze dieren ook heel laag. Standaard komen er bij kippen veel wormbesmettingen voor en dan moet medicatie toegediend worden. Ik heb dat nog nooit moeten doen op de vijf jaar tijd dat ik de kippen nu heb” aldus Brecht.
Een gevolg van de mest die goed verspreid wordt…
Lekker scharrelen
Waar in fabrieksboerderijen de kippen in praktijk vaak op een beperkte zelfde plek blijven scharrelen, worden ze in de boomgaard van Brecht gestimuleerd om zich buiten hun comfortzone te begeven. “Predators zoals roofvogels, jagen de kippen de stuipen op het lijf, waardoor ze dieper in de boomgaard onder de bomen gaan schuilen” legt Brecht uit. “Gangbare vrije uitloop-stallen zijn vaak nogal kaal ingericht waardoor de kippen niet gemotiveerd worden om zich verder weg te begeven.” Vaak met puntvervuiling* tot gevolg…
Brecht in één van zijn drie mobiele kippenstallen. Zijn trouwe Border Collie zorgt er mee voor dat de kippen blijven waar ze moeten zijn.
Omdat de kippen alle lichturen buiten zitten, blijft de mest in de mobiele stal beperkt. Die wordt verspreid in de boomgaard, of op verschillende gronden waar Brecht aan agroforestry** doet. Vlier kan een rijkere bodem bijvoorbeeld goed verdragen. Zo heeft alles zijn doel, gaat er niets verloren, wordt alles optimaal benut.
Win-win
Zoals in hun naam al af te lezen valt, zoekt SpeckBosch altijd naar een evenwicht tussen het dierlijke en het natuurlijke aspect. Alles gaat hand in hand.
Samen met deze Belgische hertengeiten houden de kippen de grond en de fruitbomen gezond.
“We zijn hierin gerold vanuit ons begrazingsbedrijf. Onze minder goede schapen en geiten lieten we slachten zodat we hun vlees konden verkopen. Ik stond toen nog deeltijds in het onderwijs, maar uit de klas geroepen worden als er een kudde schapen losgebroken is, is altijd kiezen en verliezen” lacht Brecht. Om aan een voltijds zelfstandig inkomen te raken, breidde Brecht toen uit met kippen. Ze werden meteen mee ingezet in de hoogstamboomgaard die ze destijds al hadden. Toen de nood aan extra ruimte voor de geiten en kippen groeide, namen ze het fruitbedrijf in de Sint-Benedictusstraat in Herent over zodat de dieren ook daar een plek konden krijgen.
Brecht: “We hebben toen even goed moeten rekenen, maar het is haalbaar gebleken.” De grootste kost bij kippen is altijd het voer. “Door met mobiele stallen te werken en de kippen zo vaak te verzetten, daalt de voederkost enorm. Dat kan tot een vijfde minder voer gaan zelfs. Dat scheelt enorm. Onze kippen pikken gras, kruiden, blaadjes, valfruit, pikken af en toe een woelmuis mee… Dat doet ook goed aan de smaak en kwaliteit van de eitjes. Je proeft echt dat verschil!” Op het einde van hun cyclus, worden de kippen van Brecht als soepkip verkocht. En zo wordt opnieuw alles maximaal benut…
Dagelijks om 16u raapt Brecht eitjes.
What’s in a name
Tot voor kort waren hun eieren biologisch gecertificeerd, maar daar is Brecht sinds kort vanaf gestapt. “Zowel qua voer als qua normen voor dierenwelzijn zaten we ver boven de norm” legt Brecht uit. “Dat laatste geldt nog steeds trouwens. Onze kippen hebben veel meer plaats dan wat wordt voorgeschreven voor kippen die bio-eieren leggen.” De tijdsintensieve controles in de bio-productie en de hoge bio-voederkosten, hebben hen een andere piste doen inslaan. “Onze kippen krijgen nu voer dat gmo- en soja-vrij is en veel meer lokale granen bevat. Daar kan ik helemaal achterstaan” gaat Brecht verder. “We hebben onze kippen er ook echt door zien opkikkeren, dus qua dierenwelzijn was dit ook een betere keuze.”
Brecht verkoopt zijn verse eitjes boordevol smaak allemaal lokaal.
Op deze manier kan Brecht zijn eieren aan een eerlijke, aanvaardbare prijs verkopen. En dat gebeurt allemaal lokaal. Naast hun eigen hoevewinkel, levert SpeckBosch ook aan enkele Buurderijen, aan een buurtwinkel en zelfs aan enkele kleine supermarkten in de buurt. “Maar we houden steeds onze prijs aan” vertelt Brecht. “Onze eieren zijn erg gewild hier in de buurt. Supermarktuitbaters weten dat ook, want de klanten vragen er naar. De mensen kennen ons en weten hoe we onze eieren produceren. Ze proeven het verschil. Dan betaalt men dat extraatje met plezier.”
SpeckBosch levert op de Buurderij in Tervuren en Kortenberg. Check op boerenenburen.be welke producent in jouw regio heerlijk lokale eitjes verkoopt op een Buurderij in de buurt.
Weetje: geen stempel op jouw eitje? Dat hoeft niet als de producent minder dan 50 leghennen heeft of alles zelf lokaal vermarkt in kleine hoeveelheden.
(*) Te veel mest op landbouwgrond kan leiden tot bodemverontreiniging. Dit kan de bodemkwaliteit verminderen en uiteindelijk leiden tot puntvervuiling rond pluimveebedrijven.
(**) Agroforestry of boslandbouw combineert de teelt van bomen en struiken met andere landbouwgewassen of -dieren op éénzelfde perceel.
Tekst en foto’s : Marijke Lambrechts / FAIR Food Affair
Comments