Omdat grote steden sterk afhankelijk blijven van geïmporteerd voedsel, wordt de kwestie van lokale zelfvoorziening steeds urgenter. In heel Europa ontstaan innovatieve initiatieven voor meer lokale en duurzame voedselsystemen, die stedelijke landschappen opnieuw vormgeven en de deur openen naar veerkrachtigere en beter aanpasbare gemeenschappen.
De regio Île-de-France is de economische motor van Frankrijk. Ondanks haar omvang, bevolking en invloed schuilt er een ongemakkelijke waarheid: ze is alleen zelfvoorzienend in sla. De voedselautonomie van de regio bedraagt slechts 1,3%, wat betekent dat nauwelijks iets van het geconsumeerde voedsel lokaal wordt geproduceerd.
Een bredere milieubeoordeling van lokaal voedselbeleid in Frankrijk schat de gemiddelde voedsel autonomie van grote Franse steden op slechts 2%, waarbij sommige stedelijke gebieden slechts 0,2% bereiken. Dit patroon is zichtbaar in heel Europa, waar het vermogen van steden om een aanzienlijk deel van hun voedsel binnen of nabij hun grenzen te verbouwen, ernstig tekortschiet en grotendeels wordt verwaarloosd, waardoor zowel het milieu als de economie kwetsbaar worden.
De gevolgen van dit tekort gaan verder dan alleen voedselzekerheid. De milieubelasting van het transporteren van voedsel over lange afstanden, waarbij dezelfde producten vaak per vrachtwagen door verschillende landen worden vervoerd, is enorm. Het heeft ook een diepgaande invloed op de sociale cohesie, doordat de band tussen degenen die voedsel produceren en degenen die het consumeren, wordt verbroken. Anna Davies, auteur van een FAO-rapport in 2019 over initiatieven rond voedsel delen, benadrukte de “tekortkomingen van voedselsystemen die worden gedomineerd door commerciële belangen” en riep op tot meer “stedelijke voedseldemocratie.”
Deze kritiek wijst op een groter probleem: de scheuren in ons huidige voedselsysteem, dat wordt gekenmerkt door grootschalige, intensieve landbouw, worden steeds duidelijker en steeds minder duurzaam. De vraag is dus: kunnen onze steden een andere manier vinden om zichzelf te voeden die zowel effectief als duurzaam is, terwijl lokale gemeenschappen worden ondersteund en de milieu-impact wordt verminderd?
Het is een ontmoedigende uitdaging, maar de geschiedenis biedt enige inspiratie. Stedelijke landbouw, en met name de markt tuinbouw, heeft diepgewortelde tradities in veel culturen en gemeenschappen. In Parijs, bijvoorbeeld, gaat intensieve stedelijke landbouw terug tot de 12e eeuw. Wat begon in de ontwaterde moerassen van de stad, ontwikkelde zich tot een uiterst productief systeem dat bekend stond als “perpetuele teelt,” (permacultuur) waarbij opbrengsten werden geoptimaliseerd door gewassen te stapelen en ervoor te zorgen dat geen enkel stuk grond ooit braak lag. Deze methode, geboren uit noodzaak, produceerde tot 25 kg groenten per vierkante meter en werd uiteindelijk veel verder dan Parijs overgenomen. Dit illustreert hoe stedelijke landbouw kan inspelen op de behoeften van grote steden en flexibel kan omgaan met uitdagingen rond de bevoorrading.
Het verleden toont duidelijk aan dat stedelijke centra een proactieve rol kunnen spelen bij het aanpakken van voedseltekorten als ze gebruikmaken van lokale kennis en zich aanpassen aan moderne behoeften.
Vandaag de dag zien we een heropleving van deze geest van innovatie. In heel Europa bloeien en vermenigvuldigen stedelijke boerderijen, gemeenschappelijke tuinen, verticale landbouw en lokale markten. In Milaan transformeert het OpenAgri -project ongebruikte industriële terreinen in stedelijke boerderijen, waardoor werkgelegenheid wordt gecreëerd en verse producten aan lokale markten worden geleverd.
In Kopenhagen omarmen bewoners de coöperatieve supermarkt FoodCoopCPH, waar mensen seizoensgebonden producten uit de omgeving kunnen kopen en een actieve rol spelen in het runnen van de winkel.
In Lyon pleit Michelin-ster chef Christian Têtedoie voor lokaal geproduceerde ingrediënten en heeft hij een app ontwikkeld genaamd “mesproducteursmescuisiniers,” (mijn producenten mijn koks) waarmee chefs, boeren en consumenten rechtstreeks met elkaar worden verbonden.
De voordelen van het herlokaliseren van voedselsystemen reiken veel verder dan alleen het waarborgen van de bevoorrading; ze omvatten het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, het behouden van land rondom steden, het creëren van banen die niet uitbesteed kunnen worden, en het versterken van sociale banden door gezamenlijke initiatieven.
Bovendien kan deze verschuiving naar lokale voedselsystemen de lokale economieën nieuw leven inblazen. Boerenmarkten, stedelijke boerderijen en gemeenschapsgerichte landbouwprojecten bieden niet alleen verse producten, maar stimuleren ook lokaal ondernemerschap en economische activiteit. Ze helpen verwaarloosde gebieden te vernieuwen, geven gemeenschappen weer leven en versterken de banden tussen buren, waardoor levendige, onderling verbonden wijken ontstaan waar mensen zich meer betrokken en geïnvesteerd voelen in hun omgeving. De impact is verstrekkend en creëert een kettingreactie die de levenskwaliteit in stedelijke gebieden verbetert.
Toch blijft de droom van totale voedsel zelfvoorziening voor grote steden slechts dat: een droom. Beperking in ruimte, de verscheidenheid aan dieet behoeften en het beperkte aantal gewassen dat lokaal kan worden verbouwd, vormt aanzienlijke obstakels.
Toch tonen deze voorbeelden aan, dat stedelijke voedsel autonomie niet langer slechts een niche concept is—het is een beweging die wordt aangedreven door betrokken burgers, grassrootsinitiatieven en vooruitstrevende beleidsmaatregelen. Zoals het Europees Milieuagentschap opmerkte in een rapport uit 2022: “Sociale innovatie is de sleutel tot het transformeren van de voedselsystemen van vandaag naar modellen die economisch en sociaal duurzaam zijn binnen de planetaire grenzen.”
Door ons te herbezinnen over hoe we voedsel benaderen en lokale initiatieven te ondersteunen, kunnen we helpen om groenere, veerkrachtigere en meer verbonden steden te creëren. Laure de Biasi, projectmanager duurzame voeding bij het Île-de-France Regionale Energie- en Klimaatagentschap (AREC), bevestigt: “Werken aan duurzame voedselsystemen laat zien dat steden zowel de problemen als de oplossingen concentreren. Decennialang heeft de stadsuitbreiding vruchtbare grond opgeslokt, maar tegenwoordig vinden steden en landbouw weer gemeenschappelijke grond.”
De weg naar stedelijke voedsel zelfvoorziening kan lang zijn, maar de zaadjes van verandering worden al geplant, en met de juiste steun zouden ze binnenkort kunnen uitbloeien tot een nieuwe manier van leven in onze stedelijke centra, waar duurzaamheid de basis wordt van stedelijke groei en maatschappelijk welzijn.
Artikel geschreven door Thibaut Schepman
Comments