De COP30, gehouden van 10 tot 22 november 2025 in Belém (Brazilië), had een keerpunt moeten worden. Tien jaar na het Akkoord van Parijs, en terwijl de wereld steeds sneller opwarmt, was het doel duidelijk: van beloften naar uitvoering gaan. Maar opnieuw botsten de verwachtingen op de realiteit van een diplomatiek proces dat bijna vastgelopen is.
“Genoeg gepraat, het is tijd om te handelen”, waarschuwde de Braziliaanse president Lula bij de opening. Vijftien dagen en dertig COP’s later: waar staan we?
Wat er gebeurde
De onderhandelingen richtten zich op verschillende cruciale thema’s: aanpassing voor kwetsbare landen, klimaatfinanciering en — lang verwacht — een engagement voor de afbouw van fossiele brandstoffen. De eindtekst, “Mutirão” genoemd (een woord uit de Tupi-Guaraní-talen dat verwijst naar een gemeenschap die samenwerkt aan een gemeenschappelijke taak), kreeg brede maar sterk kritische steun.
De tekst roept op om “de financiering voor adaptatie tegen 2035 te verdrievoudigen”, maar zonder concrete bedragen of bindende tijdlijnen. Ook ontbreekt een verplicht stappenplan voor de afbouw van steenkool, olie en gas wegens gebrek aan consensus. De Europese klimaatcommissaris Wopke Hoekstra vatte het resultaat hard samen: “Deze tekst is absoluut niet op het niveau van de ambitie die we nodig hebben voor mitigatie.”
Met andere woorden: de COP30 is niet volledig mislukt. Ze heeft eerdere toezeggingen niet teruggedraaid, maar wél de kans gemist om ze te versterken in een periode van klimaatnood.
Waarom we op onze honger blijven zitten
Na dertig klimaatconferenties lijkt het alsof we dezelfde processen blijven herhalen terwijl we telkens op een andere uitkomst hopen.
Elke COP toont grote ambities en indrukwekkende speeches… om te eindigen met een afgezwakte tekst die vooral bedoeld is om totale mislukking te vermijden en het multilaterale systeem te behouden. De belangrijkste beslissingen worden uitgesteld, afgezwakt of vrijblijvend gemaakt.
Voor landbouwers, kleine producenten en gemeenschappen die streven naar een eerlijk, transparant en veerkrachtig voedselsysteem, roept dit veel vragen op. Oproepen tot “actie” stapelen zich op, maar wie handelt daadwerkelijk? Wie brengt echte structurele veranderingen teweeg buiten rapporten en tv-studio’s? Opnieuw lijkt de vorm (toespraken, beelden, symboliek) te winnen van de inhoud (concrete toezeggingen, middelen, uitvoering).
Onze sector — landbouw, eerlijk voedsel en korte ketens — verwachtte een veel duidelijker signaal: een geloofwaardige weg weg van fossiele energie en chemische inputs om middelen vrij te maken voor de agro-ecologische transitie; en de erkenning dat biodiversiteit en bodemgezondheid geen optionele elementen zijn, maar de kern vormen van een veerkrachtige toekomst.
Maar COP30 toont opnieuw dat het internationale diplomatieke model gevangen blijft in compromissen, kleine stapjes en vage definities.

Conclusie: moeten we nog geloven in de COP’s?
Ja — het kader blijft belangrijk, en er is geen geloofwaardig alternatief voor multilateralisme. Maar laten we realistisch zijn: al jaren zitten we in dezelfde cyclus — uitgesproken ambities → lange onderhandelingen → gepolijste maar zwakke teksten → uitstel van echte beslissingen. Steeds hetzelfde doen en een andere uitkomst verwachten is niet langer houdbaar.
Het is tijd voor bindende en verifieerbare doelstellingen en een snelle uitvoering van de afspraken rond bodem, voedsel en biodiversiteit. Anders blijven we toeschouwers van een theater dat stilstand groen inkleurt.
Intussen bouwen regio’s, landbouwers, kleine boerderijen en geëngageerde consumenten al aan een alternatief. De echte vraag is niet langer wat we moeten doen, maar hoe snel we het kunnen doen. Zullen we erin slagen om oplossingen sneller uit te rollen dan de klimaatimpact toeneemt? Dat is de race waarin we zitten.
Comments